Een korte bijdrage tot een oplossing voor Curaçao in tijden van een ongekende economische en liquiditeitscrisis.

 

Een korte bijdrage tot een oplossing voor Curaçao in tijden van een ongekende economische en liquiditeitscrisis.

Willemstad, 12 augustus 2020

In deze bijdrage zal PIN ingaan op een oplossing voor de impasse tussen de Caraïbische landen en Nederland met betrekking tot het Nederlandse voorstel inzake een Caraïbische Hervormingsentiteit bedoeld om de liquiditeitscrisis ten gevolge van Corona aan te pakken, alsook om structurele hervormingen op meerdere beleidsterreinen door te voeren.   

Een Caribische hervormingsentiteit zoals door Nederland voorgesteld, te regelen volgens Nederlands recht in een Nederlandse Zelfstandig Bestuursorgaan die aan de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken verantwoording schuldig, is in strijd met de democratische beginselen en de verhoudingen tussen de landen binnen het Koninkrijk. Het is duidelijk dat staatsrechtgeleerden, de Raad van Advies en straks de Raad van State er niet omheen zullen draaien, dat de voorstellen in strijd zijn met de bevoegdheden van de regeringen en de Staten van de Caribische landen en juridisch op basis van diverse verdragen, het Statuut en de staatregeling aan alle kanten rammelen.

Van belang is nu de vraag: wat dan wel? De Caribische landen zijn immers in een ernstige liquiditeitscrisis en hebben dringend leningen nodig ter overbrugging daarvan. 

Het moet van het hart dat het meest correcte is om de onmiddellijke financiële behoefte van de landen -ook om in het sociale welzijn van de bevolkingen te kunnen verzekeren- te scheiden van het duurzame hervormingstraject, die ook middelen vereist maar dan ter investering in de economische groei. 

Maar met of zonder deze splitsing zijn de argumenten die Nederland ten grondslag legt aan haar voorstel, kort samengevat: een verwijt aan daadkracht, transparantie in bestedingen en de behoefte aan toezicht met betrekkingen tot bestedingen.  

Los van ons oordeel of de stellingen van Nederland wel of niet kloppen, is mocht überhaupt een hervormingsentiteit gewenst zijn, een simpele oplossing in het Statuut te vinden om deze een zodanige grondslag te geven, dat zij voldoet aan de eisen van een gedegen wettelijke grondslag. Artikel 37 van het Statuut biedt immers de mogelijkheid om een gemeenschappelijk orgaan in te stellen.

De taak van het gemeenschappelijk orgaan kan bestaan uit het voorbereiden van de benodigde wetgeving op grond van het af te spreken landenpakket en het daadwerkelijk ondersteunen bij de uitvoering ervan. De leningen worden aan de trajecten en projecten gekoppeld, die in samenwerking met het ambtelijk apparaat van de landen en na goedkeuring door de Staten van het betrokken land van de lening, worden uitgevoerd. De samenstelling van de entiteit bestaat uit een lid van elk land en een gezamenlijk te benoemen onafhankelijke voorzitter, elk met een stem. De beoordeling van de landsbegroting door de Commissie Financieel toezicht blijft zoals nu in de consensusrijkswet is verankerd. De controle op de bestedingen kan door de gezamenlijke rekenkamers worden uitgevoerd.

Door een gemeenschappelijk entiteit zoals hier beschreven, wordt de autonomie niet aangetast en blijft het budgetrecht van de Staten onverkort overeind.

Share this page to Telegram

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

%d bloggers like this: