MINISTER Javier Silvania KUSTWACHT

MINISTER Javier Silvania 

KUSTWACHT
Een evaluatie van de 16% bijdrage door Curaçao is op zijn plaats.
Sinds de begroting van Kustwacht Carib van het Ministerie van BZK naar Defensie is overgeheveld, is de tendens merkbaar om de Caribische landen meer te laten bijdragen aan de totale exploitatie kosten van de Kustwacht. De vraag is of de gevraagde extra bijdragen redelijk en betaalbaar zijn voor de Caribische landen binnen het Koninkrijk. Hierbij dient gekeken te worden aan een hele reeks van feiten om voor Curaçao een duidelijk beeld hierover te krijgen. Wij moeten voor onszelf een beeld vormen of de huidige samenwerking wel of niet voldoet aan de verwachtingen die wij als Land hebben in relatie tot onze financiële input in de organisatie.
Aandachtspunten voor Curaçao conform de verdeelsleutel van voor en na 10-10-10:
1) Analyse op basis van het aantal inwoners van de Nederlandse Antillen en Curaçao
Hierbij is gekeken naar de dragers van de kosten van Kustwacht Carib. Voor 10-10-10 (in het jaar 2009) was het inwonersaantal van de Nederlandse Antillen circa 227.049. Curaçao alleen had in deze periode ongeveer 141.766 inwoners. Dit komt overeen met 37.6 % minder inwoners dan de Nederlandse Antillen in deze periode.
Indien Curaçao na 10-10-10 op basis van het aantal inwoners had moeten bijdragen, zou dit voor 37.6 % minder moeten zijn dan het bedrag dat voor de Nederlandse Antillen gold. Dit wordt 22/100 * 37.6 % = 8,27 % minder.
Op basis van het aantal inwoners had de bijdrage voor Curaçao 22% – 8,27 % = 13,73 % i.p.v. 16 % moeten zijn.
2) Analyse op basis van landoppervlakte van de Nederlandse Antillen en Curaçao
De landoppervlakte van de Nederlandse Antillen bedroeg circa 800 vierkante kilometer en die van Curaçao 444 vierkante kilometer.
Op basis van deze gegevens heeft Curaçao slechts 55 % van de oppervlakte van de Nederlandse Antillen.
Indien de verdeelsleutel op basis van het verschil in landoppervlakte tussen de Nederlandse Antillen en Curaçao berekend zou worden, dan zou de bijdrage van Curaçao 55% van de 22 % van de Nederlandse Antillen moeten bedragen uitkomen op een bijdrage van 12,1 % en in plaats van de huidige 16 %.
3) Analyse op basis van zeeoppervlak
De wateren die na 10-10-10 tot de BES en daardoor tot Nederland zijn gaan behoren bedragen meer dan 83 duizend vierkante kilometer. Dit gebied is groter dan alle Nederlandse wateren in Europa samen die om en nabij de 63 duizend vierkante kilometer worden geschat.
Stel dat de wateren van Curaçao circa 8000 vierkante kilometer zijn, dan is dit minder dan een tiende deel van wat Nederland door de BES na 10-10-10 bijgekregen heeft. Behalve de BES-eilanden behoort ook St. Maarten niet meer tot de Nederlandse Antillen.
Nederland heeft dus na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen circa 80 % van de wateroppervlakte van de voormalige Nederlandse Antillen erbij gekregen.
Indien het zeeoppervlak dat tot Curaçao behoort hooguit 10% van de wateren is dat tot de Nederlandse Antillen behoorde dan zou de bijdrage van Curaçao op basis van de zee oppervlakte ongeveer 10% van de 22% van de Nederlandse Antillen moeten bedragen en is dit slechts 2,2 %.
Conclusie:
Op basis van de bovengenoemde uitgangspunten kan geconcludeerd worden dat de huidige verdeelsleutel van kosten niet voordelig is voor Curaçao. Gezien de aangegeven voorbeelden, zal Curaçao zich moeten afvragen of de nieuwe verdeelsleutel na 10-10-10 redelijk is en of Curaçao inderdaad “value for money” ontvangt zoals de Minister van Defensie in haar nota aan de Minister van Financiën en de Minister van Justitie van 21 mei 2019 met nummer BS201910752 aan onze Minister van Justitie informeert.
Hierdoor is een evaluatie van de verdeelsleutel op zijn plaats. De minister van financiën adviseert zijn collega Hato om hierover met Nederland te onderhandelen.
Share this page to Telegram

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

%d bloggers like this: