KIKO TA PASANDO

E uniko kaminda ku bo ta haña tur informashon kompletamente gratis. Klik anto lesa. Manda tur loke bo ke pa wordu publika i invitashon pa kubri rueda di prensa na e Email: kikotapasando@outlook.com

NOTISIA

AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG JUNI 2017

AFSPRAKENLIJST INTERPARLEMENTAIR KONINKRIJKSOVERLEG JUNI 2017
Den Haag, 14 – 16 juni 2017
In het Presidiumoverleg van 14 juni 2017 zijn de onderstaande afspraken herbevestigd dan wel
gemaakt: — dat het presidium bestaat uit de voorzitters van de parlementen (behalve van Nederland),
de voorzitters van de commissies en de griffiers; — dat de Statenvoorzitters van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de commissievoorzitters
van Nederland de delegatieleiders zijn en de afsprakenlijst ondertekenen; — dat de commissievoorzitters woordvoerders van de delegaties zijn, maar tijdens discussies
meerdere leden van de delegaties het woord kunnen voeren; — dat de commissievoorzitters en de Statenvoorzitters deelnemen aan de persconferentie; — dat indien een delegatie een afwijkend standpunt heeft, dit vermeld wordt in de
afsprakenlijst. Daarbij wordt verwezen naar de toelichting op dit standpunt, die wordt
opgenomen in een bijlage die formeel geen onderdeel uitmaakt van de afsprakenlijst.
Afwijkende standpunten worden voorafgaand aan de persconferentie schriftelijk gedeeld
met de andere delegaties. Van een afwijkend standpunt van een deel van een delegatie
wordt geen aantekening opgenomen; — dat alle delegaties kunnen deelnemen aan een werkgroep. Nederland is trekker van een
werkgroep indien het een specifiek onderwerp met betrekking tot Caribisch Nederland
(BES-eilanden) betreft; — dat de delegaties maximaal 15 minuten de tijd krijgen om intern beraad te plegen; — dat het Reglement van Orde van het gastland geldt, bijvoorbeeld met betrekking tot
interruptie van sprekers en persoonlijke feiten; — dat de Voorzitter van het IPKO de tijd in de gaten houdt, opdat elke delegatie evenveel tijd
krijgt om haar standpunten naar voren te brengen; — dat het organiserende land de werkbezoeken in het IPKO vaststelt en regelt, waarbij de
gastdelegaties tijdig gevraagd wordt suggesties te doen; — dat schriftelijke standpunten van individuele leden en/of fracties niet formeel tijdens het
IPKO zullen worden ingebracht; — dat de beraadslagingen van het IPKO openbaar zijn en dat wordt gezorgd voor een
uitzending via internet. De werkbezoeken en de presidiumvergaderingen zijn in beginsel
besloten. — dat het programma van het IPKO wordt vastgesteld door het presidium. Wijzigingen in of
aanvullingen op het programma dienen eerst te worden goedgekeurd door het presidium.
Klimaatverandering en energie – De trekker van deze werkgroep is de heer Rasmijn (Aruba). -De delegaties bespreken verschillende recente initiatieven die in de landen zijn genomen op het gebied van duurzaamheid. Aruba wijst in dit verband op de ontwikkeling van een waste-to-gas project. In Curaçao is ervaring opgedaan met het gebruik van deep water source cooling techniek
op kleine schaal. – De delegaties bespreken de stand van zaken van de ratificatie van de overeenkomst van Parijs betreffende klimaatverandering. Aruba is daar reeds een eind mee gevorderd. Op Curaçao is (met het aantreden van de nieuwe regering) de intentie uitgesproken om hiermee aan de slag te gaan. Op Sint Maarten moet nog een besluit worden genomen over de ratificatie. In Nederland is de
goedkeuringsovereenkomst op 31januari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. De plenaire behandeling in de Eerste Kamer is voorzien voor 27 juni 2017.
Jeugd en jongeren
– De trekker van deze werkgroep is de heer Sneek (Aruba). -De delegatie van Aruba licht toe dat er op Aruba verschillende programma’s op dit beleidsterrein lopen. Een van deze programma’s omvat een initiatief voor naschoolse opvang, mede opgezet omdat ouders vaak tegelijkertijd werkzaam zijn. Voorts geeft de delegatie van Aruba ook aan dat in het kader van het “Dreamers-project” aan ongedocumenteerde jongeren de kans wordt gegeven
om op Aruba alsnog verder te kunnen studeren met een permanente verblijfsvergunning.
1
– De delegatie van Curaçao zet uiteen dat met het aantreden van de nieuwe regering er een nieuw
programma op dit beleidsterrein wordt opgezet. Ook dit programma is gericht op naschoolse
opvang. Een andere speerpunt in het beleid is de groep kinderen van 0-4 jaar. Na twee jaar verdwijnt deze groep uit het zicht van de overheid, het is van belang dat deze kinderen voldoende basisontwikkeling krijgen om het schooltraject dat daarop volgt goed af te kunnen ronden. Ook wordt op Curaçao gewerkt aan een veiligheidshuis voor risicojongeren.
-De delegatie van Sint Maarten zet uiteen dat de leerplicht voor ongedocumenteerde minderjarigen wettelijk is vastgelegd. In de aanpak op dit beleidsterrein trekt Sint Maarten tevens
op met de autoriteiten op het Franse deel van het eiland. Speerpunten zijn onder meer rehabilitatie
en resocialisatie omdat veel jongeren in contact komen met justitie.
– De delegatie van Nederland zet uiteen dat in Nederland een opleiding op minimaal MBO2 niveau
voor veel kinderen noodzakelijk is om aan het werk te kunnen. Het aantal jongeren met een lagere opleiding is gelukkig snel dalende.
-De delegaties spreken af elkaar nadere informatie te sturen over de bovenstaande projecten.
Onderwijs
– De trekker van deze werkgroep is mevrouw Jansen-Varlack (Aruba).
– De delegatie van Aruba vraagt aandacht voor de al in eerdere IPKO’s besproken problematiek van het AOV/AWW gat voor studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ook wijst de delegatie
van Aruba erop dat over het algemeen studenten in de Verenigde Staten of in de regio betere studieresultaten behalen dan studenten die in Nederland hebben gestudeerd. Voorts spreken zij de
wens uit dat studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk bij DUO ook een lening kunnen
aanvragen voor een studie in de regio.
– De delegatie van Curaçao wijst op het belang van andere talen dan het Nederlands als voertaal in
het onderwijs. Als voorbeeld wordt een school genoemd op Curaçao die is overgestapt op het Engels. Een van de achterliggende redenen is dat het Engels en Spaans meer leeft in de samenleving (bijvoorbeeld op tv). Ook wijst de delegatie van Curaçao op het belang van een goede aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.
– De delegatie van Curaçao vraagt wederom aandacht voor de problemen die studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk ervaren bij het aflossen van hun studieschuld aan DUO. Verlichting van de last blijft een aandachtspunt.
– De delegatie van Sint Maarten wijst op het belang dat studenten na hun studie terugkeren naar hun eigen land om daar met de opgedane kennis aan het werk te gaan.
– Zie ook onder Aanvullingen.
Economische kansen binnen het Koninkrijk
– De trekker van deze werkgroep is de heer Samuel (Sint Maarten).
– De delegaties bespreken de laatste stand van zaken ten aanzien van de totstandkoming van fast ferry verbindingen tussen Aruba, Curaçao en Bonaire, respectievelijk tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Informatie over de initiatieven wordt uitgewisseld.
– De delegaties onderstrepen wederom de wenselijkheid om de roamingskosten in het (Caribisch deel) van het Koninkrijk) sterk te reduceren, wellicht in het verlengde van de regels die nu in EU verband gelden.
-De delegaties benadrukken het belang van het harmoniseren en zoveel mogelijk verlagen van invoerrechten tussen de landen van het Koninkrijk. In dit verband verzoeken de delegaties hun
resp. regeringen overzichten te verstrekken van de wijze waaröp fiscale verdragen uitwerken tussen de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk onderling en tussen de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Nederland.
-Op dit terrein bestaat bij een aantal delegaties de wens om de mogelijkheden van een meer directe relatie met het ministerie van Buitenlandse Zaken te bezien.
Gezondheidszorg
– De trekker van deze werkgroep is mevrouw Lopez-Tromp (Aruba).
-De werkgroep besluit zich in de toekomst onder meer te richten op preventie, hierbij valt te denken aan voeding, beweging en sport. Dit zou ook consequenties moeten hebben voor de inrichting van de leefomgeving. Ook vraagstukken rondom de algemene ziektekostenverzekering (AZV) zullen aan bod komen.
– De werkgroep brengt naar voren dat in juni 2017 de HCCA op Aruba heeft plaatsgevonden. En dat er een MOU is ondertekend betreffende de samenwerking op het gebied van inspecties
2
volksgezondheid tussen de landen. Daarvoor is reeds een protocol ondertekend tussen de landen
voor wat betreft infectieziekten.
Discriminatie
– De trekker van deze werkgroep is de heer Geerlings (Sint Maarten).
– De werkgroep wijst op het openstaande actiepunt voor de regeringen van het Koninkrijk om, op
verzoek van het IPKO, te komen tot een gezamenlijk kwalitatief onderzoek naar discriminatie. De
delegaties zullen door middel van deze afsprakenlijst aan de regeringen vragen naar de stand van
zaken.
– De werkgroep besluit bij haar werkzaamheden de aandacht mede te richten op wetgeving en
beleid ten aanzien van de positie van de LHBT-gemeenschap en mensen met een beperking in de
landen.
Integriteit van bestuur -De trekker van deze werkgroep is de heer Herdé (Aruba).
– De delegatie van Sint Maarten vestigt de aandacht op de vraagstukken met betrekking tot de instelling van een integriteitskamer op Sint Maarten.
– De verschillende delegaties delen informatie betreffende de implementatie en ontwikkeling van i nteg riteitswetgevi ng. -De Nederlandse delegatie accentueert het belang van transparantie en de rol van de pers. Ook
refereert de Nederlandse delegatie aan de onlangs herziene wet financiering politieke partijen. -Zie ook onder Aanvullingen.
Situatie in Venezuela -De delegaties spreken grote zorg uit over de situatie in Venezuela. Dit betreft niet alleen de
situatie in Venezuela zelf, maar ook de veiligheidsrisico’s daarvan voor de omliggende (ei)landen
en de gevolgen van de migratiestromen die tot stand zouden kunnen komen als de situatie in
Venezuela verder uit de hand loopt. Dit laat onverlet dat ook nu al sprake is van ongewenste migratie. In dit verband stellen de delegaties vast dat er per land verschillende asielprocedures bestaan. -De urgentie van de situatie vergt dat de regeringen van de landen en de Koninkrijksregering ieder hun verantwoordelijkheid in dezen nemen en in onderlinge samenwerking en afstemming
gepaste maatregelen nemen. Daarbij kan worden voortgebouwd op wat reeds in gang is gezet (zie onder meer de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 12 mei 2017, TK 2016-2017, 29 653, nr. 31) en moet rekening worden gehouden met de scenario’s die zich zouden kunnen
voltrekken.
– De delegaties verzoeken de regeringen van Aruba en Curaçao en de Koninkrijksregering om een update van de situatie, inclusief de voorbereidingen die reeds zijn en worden getroffen.
Geschillenregeling
De delegaties nemen er kennis van dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
een voorstel van rijkswet tot geschillenregeling in januari2017 heeft voorgelegd aan de Raad van State voor advies. De delegaties spreken de wens uit dat de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer spoedig kan aanvangen, waarbij alle betrokkenen ten volle van hun Statutaire en
Grondwettelijke bevoegdheden gebruik kunnen maken (waaronder het amendementsrecht van Tweede Kamerleden, Gevolmachtigde Ministers en Bijzondere Gedelegeerden). De delegaties merken daarbij op dat zij de uitgangspunten voor een geschillenregeling zoals zij die hebben geformuleerd in het IPKO van mei 2015 blijven onderschrijven en waarnaar tevens wordt gerefereerd in de door de Tweede Kamer aanvaarde motie van Laar (TK 34300 IV nr. 12)
3
Initiatiefrecht Staten
De delegaties hebben kennisgenomen van de inhoud van de voorlichting van de Raad van State
over een recht van initiatief voor Statenleden d.d. 11 november 2016 (27570 (R1672), nr. 20). Zij stellen vast dat momenteel noch door de Koninkrijksregering noch door Tweede Kamerleden een
wetgevend initiatief ter zake is genomen. Zij stellen tevens vast dat de Gevolmachtigde Ministers
op grond van het Statuut een voorstel van initiatiefrecht voor de Staten kunnen indienen.
Het ideale Koninkrijk in 2040
In werkgroepverband bespreken de delegatieleden van de Staten van Aruba, Curaçao, Sint
Maarten en de Staten-Generaal over het ideale Koninkrijk in 2040. Zij doen dit volgens een vast stramien waarbij ze eerst de sterktes, zwakten, kansen en bedreigingen van het huidige Koninkrijksverband inventariseren en daarna kort benoemen wat de basiskenmerken van hun
ideale Koninkrijk in 2040 zouden kunnen zijn en wat er voor nodig is om dit te bereiken.
Als sterke punten van het huidige Koninkrijksverband worden onder andere
genoemd: de rechtsstaat, de historische banden van de landen onderling en hun
gemeenschappelijke geschiedenis, de onderlinge samenwerking, de diversiteit van culturen, de
Nederlandse taal, het “Koninkrijksgevoel”, het Koningshuis, het Statuut en de worteling in verschillende continenten.
Als zwakten van het Koninkrijksverband worden in de werkgroepen onder andere de volgende elementen naar voren gebracht: verschillen in schaalgrootte, in bevolkingsomvang, in economische ontwikkeling en startpositie van de landen. Ook wordt in de werkgroepen genoemd dat er wederzijds onbegrip bestaat, een gebrek aan historisch besef, onvoldoende wederzijdse kennis van elkaar en dat er cultuurverschillen bestaan die effectieve onderlinge communicatie in de weg staan. Ook is in een aantal werkgroepen ingebracht dat de structuur van het huidige Koninkrijksverband goede verhoudingen zou bemoeilijken. Zo zouden het ontbreken van een geschillenregeling tussen de landen, onduidelijkheid over de invulling van de bevoegdheidsverdeling tussen de landen en een Statutair Koninkrijksverband dat nog te zeer geënt zou zijn op de historische situatie niet bijdragen
aan een hecht Koninkrijksverband.
Met betrekking tot de bedreigingen voor het Koninkrijk worden genoemd: desintegratie, een te
grote nadruk op de eigen identiteit van de afzonderlijke landen ten koste van de identificatie met
het Koninkrijk, het onvermogen om de meerwaarde van het Koninkrijk praktisch handen en voeten
te geven en een Statutaire structuur die onvoldoende wordt gemoderniseerd.
Toch zien de deelnemers aan de werkgroepen ook veel kansen voor het Koninkrijk. Daarbij wordt meestal aangesloten bij de elementen die zijn genoemd bij de inventarisatie van de hierboven
genoemde sterkten van het huidige Koninkrijk, waaronder de rechtsstaat, de onderlinge uitwisseling van expertise en samenwerking tussen de landen op uiteenlopende terreinen, het onderwijs in de landen, de diversiteit van de landen en hun bevolkingen en hun trans-Atlantische band.
Bij het ideale Koninkrijk worden vanuit alle werkgroepen het belang van een goed functionerende rechtsstaat, de eenheid van het Koninkrijk in verscheidenheid, een meer gelijkwaardige relatie
tussen de landen gebaseerd op meer onderling begrip, respect en autonomie gekoppeld aan verantwoordelijkheid genoemd. In dit kader wordt in de werkgroepen ook een grote rol toegekend
aan onderwijs en gediscussieerd over de modernisering en invulling van het Statuut.
Armoedebestrijdi ng
De Nederlandse delegatie benadrukt dat voldoende geld noodzakelijk is voor een effectieve aanpak
van armoede, maar dat daarmee niet kan worden volstaan. Andere hieraan gerelateerde vraagstukken zijn bijvoorbeeld onderwijs, werkloosheid, het ontbreken van voldoende begeleiding, de tweedeling in samenlevingen en criminaliteit. De delegatie ziet armoede als een schande voor de desbetreffende samenlevingen, die het noodzakelijk maakt dat er op alle niveaus aan wordt gewerkt totdat het vraagstuk is opgelost.
Van de zijde van de delegatie van Curaçao wordt opgemerkt dat er niet alleen sprake kan zijn van financiële armoede maar ook van gebrek aan deugdelijk onderwijs. Ieder van de landen in het
4
Koninkrijk heeft er mee te maken. Ook wordt gewezen op het belang van het verstrekken van
microkredieten als middel om armoede te bestrijden.
De delegatie van Sint Maarten wijst op het belang van goed onderwijs en op het risico van een
open grens (waardoor in het geval van Sint Maarten ook inwoners van de Franse kant een beroep
op voorzieningen aan de Nederlandse kant doen en omgekeerd).
De Arubaanse delegatie bevestigt dat onderwijs een belangrijke sleutel tot de oplossing van dit
vraagstuk is. Tegelijkertijd moet worden geconcludeerd dat het onderwijs zelf toe is aan een
belangrijke verbeteringsslag. Een belangrijk probleem is de migratie uit Zuid-Amerika en het
Caribische gebied naar Aruba van oudere arbeidskrachten (in verband met pensioenopbouw).
De delegaties concluderen dat het primair de regeringen van de verschillende landen zijn die beleid
op dit terrein (moeten) ontwikkelen. De parlementen in het Koninkrijk zijn ook op dit terrein de
controleurs van hun resp. regeringen. Het is ook duidelijk dat dit vraagstuk een integrale
benadering vraagt, waarin naast financiën ook de andere relevante beleidsterreinen worden
betrokken.
De delegaties besluiten, gezien het grote belang van dit onderwerp voor alle landen van het
Koninkrijk, een werkgroep armoedebestrijding in te stellen.
Bijeenkomst met de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
De delegaties van de eilandsraden van Saba, Sint Eustatius en Bonaire zijn binnen het IPKO
uitgenodigd om met de delegaties van de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de
Staten-Generaal van gedachten te wisselen over concrete samenwerking tussen de eilanden van
Caribisch Nederland en de landen in het Koninkrijk. De gedachtewisseling start met presentaties
door de eilandsraadsdelegaties van Saba, Sint Eustatius en Bonaire.
Vanuit Saba wordt onder andere aandacht gevraagd voor de problematiek van de dubbele
belastingen, voor samenwerking op de terreinen van gezondheidszorg en rechtshandhaving, voor
differentiatie en voor maatwerk per eiland. Vanuit de eilandsraad van Sint Eustatius worden twee
presentaties verzorgd, één namens de coalitiepartijen en één namens de oppositie.
De coalitie op Sint Eustatius beklemtoont dat zij het niet eens is met het tweede Iezingvoorstel
voor een Grondwetswijziging ter vastlegging van de staatkundige posities van Bonaire, Sint
Eustatius en Saba en de kiescolleges voor de Eerste Kamer in de Grondwet (34702) en
beklemtoont het streven naar autonomie en gelijkwaardige behandeling.
De oppositie op Sint Eustatius is bezorgd over de situatie op het eiland; de financiën zijn niet op orde, er is een negatieve handelsbalans, er is sprake van een gebrekkige bestuurlijke capaciteit en falend beleid van de lokale overheid. Tegelijkertijd meent de oppositie waar te nemen dat ook het
beleid van Nederlandse overheid op onderdelen, in het bijzonder het voorzieningenniveau,
tekortschiet. De indruk bestaat dat er te weinig wordt gedaan met de aanbevelingen van reeds
bestaande rapporten als het rapport-Spies en dat van IdeeVersa. Ook wordt aandacht gevraagd
voor de belastingproblematiek, de gezondheidszorg en de bereikbaarheid van het eiland.
Ook vanuit de delegatie van de eilandsraad van Bonaire zijn er twee inleiders.
De coalitie is blij met de uitnodiging van het IPKO. In de bijdrage wordt onder andere aandacht
gevraagd voor onderwerpen als medische zorg en opleiding, samenwerking bij de aanleg van het gaspijpleiding, samenwerking bij verbindingen van en naar Bonaire, de kortingen op de pensioenen
en de infrastructuur op het eiland.
De oppositie onderschrijft de laatstgenoemde aandachtspunten. Zij heeft onvrede met het tweede lezingvoorstel voor een Grondwetswijziging ter vastlegging van de staatkundige posities van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de kiescolleges voor de Eerste Kamer in de Grondwet (34702). Na de presentaties volgt een gedachtewisseling met de IPKO-delegaties. De voorzitter van het overleg vat de discussie als volgt samen. Een deel van de delegaties van Sint Eustatius en Bonaire heeft zijn onvrede onder woorden gebracht over de bestaande staatkundige verhoudingen en over het bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel tot wijziging van de Grondwet ter vastlegging
van de staatkundige posities van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de kiescolleges voor de Eerste Kamer in de Grondwet (34 702). Tegelijkertijd kan op basis van de gedachtewisseling worden geconcludeerd dat er veel concrete aanknopingspunten liggen voor samenwerking en informatie- uitwisseling, bijvoorbeeld in het kader van de IPKO-werkgroepen, en in de onderlinge relaties
tussen de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de respectievelijke eilandsraden. Daarbij kan worden gedacht aan onderwerpen als de transportverbindingen tussen de (ei)landen, het onderwijs, belastingen en economie.
5
/
Aanvullingen
(aanvulling werkgroep Onderwijs)
De delegaties benadrukken dat er zonder onderwijs geen toekomst is. Onderwijs zal daarom voorlopig op de agenda van het IPKO blijven staan. Belangrijke vraagstukken waarover de werkgroep in de toekomst zal spreken, zijn studiefinanciering/DUO, het beginsel van “geld volgt student”, het “pensioengat” en, meer in het algemeen, de kwaliteit van het onderwijs (waar relevant mede gerelateerd aan de situatie in 2010). De delegaties komen overeen dat zij hun respectievelijke regeringen zullen benaderen om een conferentie terzake onderwijs te organiseren gelijk dit gebeurd is in het kader van gezondheidszorg.
(aanvulling werkgroep Integriteit van bestuur)
De delegaties hebben een aantal onderwerpen geïdentificeerd waar alle landen van het Koninkrijk zelf, met prioriteit, goede invulling aan moeten geven: – het tegengaan van zetelroof;
– het ontwikkelen van een gedragscode (op terreinen als nevenfuncties, registratie geschenken, financiële openheid etc.);
– screening van politieke gezagsdragers en hoge ambtenaren; – de financiering van politieke partijen.
De leden van de werkgroep zullen relevante documenten op deze terreinen ( bijvoorbeeld bestaande regelgeving) met elkaar uitwisselen. Ook blijven de leden van de werkgroep tussen de IPKO-vergaderingen door met elkaar in contact over dit onderwerp. De trekker van de werkgroep, de heer Herdé, zal hiertoe mede het initiatief nemen. Het spreekt dan ook voor zich dat het
onderwerp voorlopig op de agenda van het IPKO zal blijven staan.
(risi covl u chte n)
De Arubaanse delegatie vraagt aandacht voor het voorstel tot wijziging van de Luchtvaartwet “met het oog op de aanwijzing van luchtvaartterreinen waarvan gebruikt dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel” (TK 34 684). Dit voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer. Het betreft nationale wetgeving van Nederland, maar er zijn ook belangen van de andere landen van het Koninkrijk mee gemoeid. Zo is in het wetsvoorstel opgenomen dat vluchten vanuit de andere landen naar Nederland in de toekomst alleen nog maar op Schiphol mogen plaatsvinden. Het verzoek is dan ook dat de Staten van de landen in het Caribisch gebied betrokken kunnen worden bij de behandeling in de Tweede Kamer. De andere landen wordt geadviseerd om eventuele inbreng schriftelijk aan de commissie waar dit wetsvoorstel nu in behandeling is (V&J), toe te
sturen.
Agendapunten volgend IPKO
De IPKO-werkgroepen zullen tijdens het komende IPKO ieder plenair kort ingaan op de stand van zaken binnen de werkgroepen. Voor het overige beraadt het presidium zich op eventuele aanvullende agendapunten. In een videoconferentie ter voorbereiding op het komende IPKO wordt definitief over de agenda besloten. Het volgende IPKO zal plaatsvinden van dinsdag 9 januari t/m vrijdag 12januari 2018 in Aruba.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Discover more from KIKO TA PASANDO

Subscribe now to keep reading and get access to the full archive.

Continue reading