2 karta entregá ayera na Staten Voorzitter
Tópikonan:
1. Intrekking di frakshon di MFK – Agendapunt FDRS openbare vergadering van 26 januari 2017.
2. Karta fechá 25 di yanüari 2017 na Presidente di Parlamento – suseso 4 di yanùari 2017 – Raad van Advies.
SPOED IN HANDEN
De Staten van Curaçao
d.t.k.v. de voorzitter
Wilhelminaplein 4
Alhier
Willemstad, 25 Januari 2017
Betreft: Intrekking agendapunt FDRS – Openbare vergadering a.s. donderdag 26 Januari 2017
Geachte voorzitter,
Ondergetekenden verzoeken u de geplande vergadering van a.s. donderdag aangevraagd met onze agenda punt “Relashon di e diferente ministerionan i/òf otro entidatnan di gobièrnu ku tin un relashon di trabou i ta hasi pagonan na Fundashon pa Deporte i Rekreo Sosial (FDRS) in te trekken.
Er is geen behoefte onder de huidige omstandigheden dat de Staten te werk gaat deze vergadering te houden. We behouden ons recht om op elk ander moment deze te herroepen.
Hoogachtend,
Gerrit F. Schotte Charetti M. Eduarda-Francisca Jacinta V.A. Cosntancia
==============================
Aan de voorzitter van de Staten
mevr. G. Mc William
Wilhelminaplein 4
Presente
Willemstad, 25 januari 2017
Geachte voorzitter,
Ondergetekenden hebben vernomen dat de Staten brief d.d. 5 januari 2017 (215g V16-17) ter kennisneming heeft aangenomen. Ons verzoek het erheen te leiden dat de regering de in ons aan de orde gestelde kwestie voor advies aan de Raad van Advies voor te leggen is nog niet ingewilligd.
Daarom geven wij u nogmaals in overweging om daarbij indachtig te zijn van het volgende dat beaamt dat niet lichtelijk over deze kwestie heen kan worden gestapt:
1. Zoals bekend, het lid Davelaar heeft in zijn hoedanigheid van voorzitter, zonder dat daaraan een beslissing van de Staten ten grondslag ligt schriftelijk de volgende mededeling ex artikel 126 van het Kiesreglement gedaan:
“Ter voldoening aan artikel 126 van het Kiesreglement van Curacao heb ik de eer u te berichten, dat de Staten, met inachtneming van artikel 45 van de Staatsregeling van Curacao en Hoofdstuk 1 van het Reglement van Orde van de Staten, op 4 januari 2017, besloten hebben tot toelating van de volgende gekozenen….”. [Benadrukking door mij] .
2. Ondergetekenden nodigen u uit om kennis te nemen van de bijgesloten (concept) notulen van de openbare vergadering van 4 januari 2017 dat op 18 januari jl. door de Griffier van de Staten zijn gecirculeerd [BIJLAGE I]. Daaruit blijkt dat er geen sprake is van een dergelijk besluit. De in weerwil van artikel 24 van het Reglement van orde door hem benoemde geloofsbrievencommissie deed, bij monde van diens voorzitter, verslag van het onderzoek van werk en stelde de Staten voor tot toelating van de betrokken gekozenen te besluiten. In plaats dat Davelaar deze aanbeveling tot stemming bracht, schorste hij de vergadering en deed vervolgens de eerder vermelde schriftelijke mededeling ex artikel 126 van het Kiesreglement. Kortom de Staten
kwamen, door Davelaar’s eigen toedoen, niet toe aan een besluit naar aanleiding van de aanbeveling van de geloofsbrievencommissie. Het kan dus niet anders zijn dan dat de heer Davelaar, wetende dat hij de
vergadering heeft geschorst zonder een besluit omtrent de aanbeveling van geloofsbrieven ter beslissing aan de Staten te hebben voorgelegd, de Gouverneur en het Hoofdstembureau valselijk heeft medegedeeld dat er een besluit is genomen. Dat is een leugen dat weersproken wordt door de notulen en de geluidbanden van de bewuste vergadering.
3. U wordt voorts uitgenodigd om kennis te nemen van de gecorrigeerde versie van de notulen van de openbare vergadering van 4 januari 2017, die op 20 januari 2016 door de Griffier gecirculeerd zijn [BIJLAGE II], te vergelijken met de eerdere versie. Het zal u opvallen dat er een substantieel verschil bestaat tussen die twee versies omtrent de vraag of ten tijde van de verslaggeving door de geloofsbrievencommissie de vergadering wel of niet geschorst was. Behalve dat volgens de eerste versie de vergadering toen niet was hervat, is het hier van belang dat volgens de beide versies en de geluidsbanden er geen besluit genomen (bij hoofdelijk stemming, bij acclamatie of anderszins) naar aanleiding van de aanbeveling van de geloofsbrievencommissie. Deze aanbeveling hangt nog steeds in de lucht.
4. U zij tenslotte uitgenodigd om er kennis van te nemen dat uit de – door de heer Davelaar zelf gemaakte – substantiële correctie omtrent het al dan niet geschorst zijn van de vergadering blijkt dat toen de geloofsbrievencommissie zijn verslag deed, er niet voldoende leden in de vergadering aanwezig waren om, zoals artikel 56 van de Staatsregeling eist, te kunnen beraadslagen en besluiten te nemen. Uit dit feit blijkt eens te meer dat de heer Davelaar met opzet heeft gehandeld. Immers, hij wist dat indien hij zoals de geloofsbrievencommissie heeft aanbevolen het voorstel in stemming zou hebben gebracht er geen besluit kon worden genomen aangezien er geen voldoende leden aanwezig waren opdat aan artikel 56 van de Staatsregeling kon worden voldaan. Aangezien hij die risico wilde vermijden besloot bij de Gouverneur en het Hoofdstembureau voor te liegen dat de Staten een besluit heeft genomen.
Er is nauwelijks een grotere inbreuk op de rechtsorde denkbaar dan het voorliegen van de Gouverneur en het Hoofdstembureau dat de Staten een besluit heeft genomen en aldus de samenstelling van de Staten te bepalen. Het is een inbreuk met vergaande consequenties. Het gaat om de legaliteit van alle medewetgevende handelingen die de Staten in de aldus ontstane samenstelling zullen verrichten. Al de landsverordeningen die daaruit voortvloeien zijn juridisch aanvechtbaar, hetgeen tot grote rechtsonzekerheid zal leiden.
Niet alleen vanwege het respect dat de Staten aan zichzelf verschuldigd is maar ook vanwege toestand van rechtsonzekerheid waarin de heer Davelaar het land in heeft gemanoeuvreerd vereist dat de Raad van Advies zich over deze kwestie buigt.
Ondergetekenden herhalen daarom hun verzoek om het erheen te leiden dat de regering deze kwestie aan de Raad van Advies voor te leggen. Zij zullen alsdan hun standpunten ter zake schriftelijk nader toelichten.
Een afschrift hiervan zal ik doen toekomen aan de Gouverneur, de Staten en aan de minister van Justitie.
Hoogachtend,
__________________ ___________________ ________________
Sr. Gerrit F. Schotte Sr. M. Dos Santos Sr. N. V. Ribeiro
__________________ ___________________ ________________
Sra. J. V.A. Constancia Sr. M. Rojer Sr. G. Pisas
You must log in to post a comment.