VRIJHEID VAN MENINGSUITING MAG NIET ONTAARDEN IN STRAFBARE FEITEN
VRIJHEID VAN MENINGSUITING MAG NIET ONTAARDEN IN STRAFBARE FEITEN
De maatregelen die de overheid heeft genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan, zijn ingrijpend. Ook op Bonaire en in mindere mate op Sint Eustatius en Saba leidt dit tot veel reacties in de media, met name op social media zoals Facebook.
De vrijheid van meningsuiting is één van de belangrijkste beginselen van een democratische rechtsstaat. Opvattingen die anderen kunnen kwetsen of verontrusten zijn toegestaan. Dit betekent echter niet dat de vrijheid van meningsuiting onbeperkt is. Onder voorwaarden kan de vrijheid van meningsuiting echter worden beperkt. Dit is geregeld in het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om strafbaar gestelde feiten zoals opruiing, bedreiging en de zogenoemde beledigingsartikelen. Deze strafbare feiten staan in het wetboek van Strafrecht BES.
Opruiing is het aanzetten tot iets wat verboden is. Door opruiing kan een persoon andere burgers aanzetten tot strafbaar gedrag. Door iemand te bedreigen wordt hem leed of geweld aangedaan. Een belediging is een krenkende uiting die iemands eer en goede naam kan aantasten. Als dit soort berichten worden geplaatst zal het Openbaar Ministerie de politie opdracht geven onderzoek in te stellen en kan strafrechtelijk worden vervolgd.
Zo werd op Curaçao in 2019 aangifte gedaan voor laster, bedreiging en opruiing. De verdachte heeft tijdens radio uitzendingen en op Facebook, mensen te hebben opgeroepen tot het plegen van geweld. Ook werden door zijn uitspraken, verschillende bedreigingen geuit. De verdachte werd na onderzoek aangehouden. Recent heeft iemand op Curaçao de minister-president bedreigd door middel van een post op Facebook. Ook die persoon werd aangehouden en werd een proces-verbaal opgemaakt.
You must log in to post a comment.